maandag 10 oktober 2016

Uit Adagio


'k Huiver van ontzag en glorie
als ik U in mij herken.
Maar ik schaam mij U te dragen
daar ik zoo ellendig ben.
Heden zal ik voor U knielen,
morgen glijd ik weer vandaan,
om gebroken weer te keeren.
't Licht gaat uit en 't licht gaat aan.
Als betooverd aangetrokken,
draai ik immer rond Uw schijn,
aarzelend en toch verlangend
vlam van Uwe vlam te zijn.
Ach ik weet het, 't kan niet helpen,
eerst moet ik den trotschen muur
van mijn eigen ik afbreken,
en dat slaat dat zalig uur.
Dat is juist mijn angst en zorge,
en dàt is mijn laffe pijn,
dat Gij dan te groot geworden,
ik mij zelf niet meer zou zijn.

(uit 'Adagio' van Felix Timmermans)